Vrijdagmiddag column 2 oktober 2020

De column van 25 september 2020 eindigde als volgt:
Regelmatig mag hij van eten wisselen als hij zich weer niet heeft kunnen indenken wat hij koos bij de bestelling vanaf de menukaart. Het wordt ‘vervelen’.

Vrijdagmiddag column 2 oktober 2020: 

Wat duurt de tijd dan lang. Van de behandelende neuroloog mag hij niet uit
het ziekenhuis ontslagen worden voordat die specialist een gesprek met mij
heeft gehad. Dat betekent voor mijn man dat hij zo’n twee weken zit te wachten.
Hij heeft het veertien dagen moeilijk met al die vreemde dingen, onbekende
mannen en rare zaken. Regelmatig mag hij van eten wisselen als hij zich weer
niet heeft kunnen indenken wat hij koos bij de bestelling vanaf de menukaart.
Op geen enkele manier blijft er iets van de betekenis van de woorden op de
spijskaart hangen. Hij ziet wel het menu, leest wel de namen van de gerechten
maar hij weet niet wat voor eten er bij de naam op de lijst hoort.
Intussen werkt het uitvoeren van een aantal (voor ons) normale dagelijkse
taken wel goed. Hij gaat zelf naar toilet, doucht zichzelf, kleedt zichzelf aan
en uit. Kortom: zijn verzorging kan hij thans redelijk zelfstandig aan.
Uiteindelijk heb ik dan nog een gesprek met de neuroloog. Ook nu komt weer naar voren dat zijn patiënt niet opgenomen zal worden om
therapie te krijgen, hij komt er absoluut niet voor in aanmerking.
Opnieuw horen we dat zijn korte termijngeheugen en zijn lange termijngeheugen allebei behoorlijk beschadigd zijn en zeer waarschijnlijk niet meer zullen herstellen. Uit testen is gebleken dat er geen therapie past bij deze hersenbeschadiging. We zullen pas over anderhalf jaar weten in hoeverre er sprake is van spontaan herstel. Vervolgens hebben we het vooral over die epileptische aanvallen.
Dan vraag ik: “Wat moeten we doen als hij thuis zo’n aanval krijgt?”
“Nou mevrouw u kunt er van uitgaan dat dit niet gebeurt. We
hebben uw man medicijnen gegeven, die zullen de epilepsie tegen
houden” aldus de neuroloog.
Nou dat weten we intussen. Nog eens dames, heren doctoren:
“DANK U WÉL”, moest ik schrijven, onderstreept en met
dikke vette hoofdletters.
Het waarom volgt vanzelf.
Daarnaast komt de psychiater ook nog naar me toe. Het is vlak voor
Pinksteren (drie juni) hij komt tijdens een bezoekuur. Hij bevestigt wat de
neuroloog ook al vertelde: “uw mand komt absoluut niet in aanmerking voor
therapie en revalidatie.” Hij moet wel uit het ziekenhuis ontslagen worden en
zal nergens opgenomen kunnen worden. “Ja mevrouw, het is heel vervelend.
Wij zoeken ons suf, want eigenlijk kan hij ook niet naar huis,” hoor ik hem zeggen. Natuurlijk kan hij niet in een inrichting voor dementie gestopt worden, past daar absoluut niet. Er is zeker geen sprake van dementie of iets wat daarop lijkt.

Reageren?: anskreb@ziggo.nl  

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *