De column van 2 oktober 2020 eindigde als volgt:
Wij zoeken ons suf, want eigenlijk kan hij ook niet naar huis,” hoor ik hem zeggen. Natuurlijk kan hij niet in een inrichting voor dementie gestopt worden, past daar absoluut niet. Er is zeker geen sprake van dementie of iets wat daarop lijkt.
Vrijdagmiddag column 9 oktober 2020:
Hij kan ook niet opgenomen worden in een ouderen-verzorgingstehuis. Daar is hij veel te jong voor. Hij is geen psychiatrisch patiënt, dus kan hij ook niet naar een inrichting binnen de psychiatrie. “Ja, zoals ik al zei: we zoeken ons suf maar vinden tot nu toe geen oplossing. En dan is het ook nog zo, we weten niet in hoeverre uw man nog beter wordt. Dat zal pas over ongeveer anderhalf jaar blijken.” Aldus de psychiater. Naast de mededeling van de neuroloog hoor ik nu dus ook de bevestiging van de psychiater. En dan mag hij in de week na Pinksteren naar huis… welkom!
welkom thuis
Uiteindelijk is er niets zo fijn dan de thuiskomst van je man en je vader, nadat hij ongeveer drie maanden vanwege ziekte afwezig was. De ontvangst gaat dan ook met opluchting, met oprechte liefde en met verliefdheid gepaard. De pret is er voor ons echter snel vanaf. Het is opnieuw duidelijk dat hij ons niet kent, niet herkent. Zijn dochters niet en mij niet als zijn vrouw. Direct na binnenkomst vraagt hij heel verbaasd: “Wie zijn jullie?” Het wordt alleen maar een: “Hallo, wij zijn je dochters, ik ben je vrouw.” Maar het kwartje valt niet. Daarnaast wordt snel duidelijk dat de dochters hun vader mee in de gaten moeten houden. Dat was overigens al gebleken tijdens de eerdere proeven van een dagje thuis zijn en slapen. We gaan ervan uit dat ons gewone leven weer kan beginnen, op een aantal punten na althans. Ja, dat denk je dan en je gelooft daarin. Maar wat blijkt: hetgeen op ons afkomt, de feiten die we nu gaan beleven, zullen ons leven volledig gaan beheersen. Ons doen en laten staat dan ook compleet op z’n kop. Opnieuw wordt het wennen aan een situatie waar we geen raad mee weten. We moeten roeien met de riemen die we hebben. Zullen we dan maar een andere draad oppakken? Het wordt niet meer de draad van alle dag die we gewend zijn.
Voor de schermen:
Ja, achter de schermen wordt nu definitief voor de schermen. Thuis gaat voorlopig alles rondom de vader, de man, draaien. Die ‘baby’ waar die neuroloog het over had, is nu thuis. Hij is al wel iets gegroeid in het begrijpen en in het zelfstandig handelen. Maar er is nog zo ontzettend veel wat er nog niet is. Nagenoeg de hele dag ben je dan bezig met begeleiden en met opletten wat er gebeurt. Ja een baby die aan het groeien is, moet ook steeds in de gaten gehouden worden en een ukkie, een peuter blijf je voorlopig nog volgen. Dat wordt nu dus onze taak ‘voor de schermen’.
Reageren?: anskreb@ziggo.nl