De column van vrijdag 21 augustus eindigde als volgt:
De eerstvolgende dag proefverlof merk je dat hij toch al ietsje meer weet. Hij past al beter in de omgeving. Dus kom op joh, we hebben alweer een stukje winst.
Column 28 augustus 2020 uit het boek ROTZAKKEN, HOOFDSTUK 3
Er zijn nog wel verschillende (vele) gebreken. Hij kent de familie niet, kent geen namen, weet niet wie wij zijn. Z’n vrouw en dochters herkent hij nog steeds niet. Hij heeft afasie en daarnaast kan hij niet aangeven wat ie wil eten. Toch wil hij voortdurend alleen maar eten en drinken. Waarschijnlijk proeft hij geen verschil in de diverse smaken. Volgens de neuroloog is zijn reukorgaan aangetast. Dat betekent voor hem geen normale reuk meer, dus ook geen goede smaakherkenning. Hij kan zich ook absoluut niet oriënteren. Maar juist tijdens de dagen van ‘proefverlof’ blijkt dat de vooruitgang goed werkt. Hij heeft er in ieder geval van geleerd. Elke keer na zo’n proef dag moet hij ’s avonds weer terug zijn in het ziekenhuis. Ja en dan ben je patiënt en word je gedwongen om de hele dag te liggen. Eigenlijk is het de hele dag alleen maar wachten. En dan duurt de tijd lang. De zieke wil niet meer op bed liggen en zit zich verder een beetje te vervelen. Hij kan zichzelf absoluut niet bezighouden. ’s Morgens wordt er soms wel een tekening gemaakt. Het gaat heel langzaam vooruit. Er komt op tijd eten en er komt op tijd bezoek. Verder wordt hij gewoon verpleegd.
Om terug in de wereld te komen blijft er op advies van de neuroloog rondom zijn patiënt veel te doen. Er komen voortdurend vrienden en diverse leerlingen op bezoek. De familie wordt behoorlijk uitgenodigd. En typisch, hij blijft altijd degene die aan het woord is. Druk, druk, druk. Praten, praten, praten. Hij vertelt dat hij ziek was, dat hij rare dingen deed, dat hij domme dingen deed en ook foute dingen deed. We blijven herhalen dat het niet fout is, maar ziek en dat is iets anders.
En dan heb ik op woensdagmorgen opnieuw een gesprek met de neuroloog. Hij stelt aan mij een aantal vragen en vindt dat hij mij nu niets hoeft mee te delen. De arts is heel benieuwd naar de reacties mijnerzijds. Ik vind het prima toch, wat zou ik zelf ook kunnen vragen? Ik hoor: “Wat vindt u van uw man?” “Vindt u dat uw man vooruit gaat?” “Is er iets veranderd aan hem?” en: “Wat is er dan veranderd?” Enz…
Het is erg moeilijk om aan te geven wat ik ervan vind, het is één grote chaos! Wat kan ik dan nog uitleggen? Jazeker, hij gaat wel vooruit. Wat er veranderd is? Het is niet die man waarmee ik ooit getrouwd ben, het is niet meer de vader van onze kinderen. Dat een man ineens niet meer weet wie hij zelf is? Wat moet ik daarvan vinden? Jammer, maar het is voor alle betrokkenen, voor onze dochters, voor mij, de familie, vrienden en leerlingen een drama, dus ik blijf het maar één grote chaos noemen. Maar zeker voor die man, die zieke zelf zal dat zo zijn, niemand kennen, zeker je zelf niet, dat moet toch wel een heel groot impact hebben op jou als persoon. Ja, zo stel ik me dat voor.
Ik vertel de neuroloog dat dat mijn man een hoog IQ heeft, dat hij hoogbegaafd is en dat dit waarschijnlijk een voordeel kan zijn bij het herstel. En ik vertel dat hij zelf beslist heeft om alles weer opnieuw te gaan leren. Dat kan alleen maar positief zijn toch? Dan wordt besloten om hem in een weekend ook ’s nachts een keer thuis te laten slapen. We kunnen het gewoon proberen. Ik moet hem dan voortdurend observeren. Vervolgens zal er dan weer een gesprek plaats vinden. Maar dan… het pakt heel anders uit.
paviljoen, therapeuten, psychologen en psychiater
Zonder enig overleg, dus zonder dat wij iets weten, komt er een overplaatsing. Op een woensdag wordt de zieke plotseling overgeplaatst naar het Monseigneur Driessen Paviljoen. De doctoren onderling hebben blijkbaar beslist dat hij niet meer als ‘zieke’ in het ziekenhuis kan liggen. Hij wordt dan maar over geplaatst naar de PAAZ-afdeling van het ziekenhuis. Dat is de afkorting van Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis. Het eerste PAAZ werd door de Belgische arts-neuropsycholoog Jef Valkeniers opgericht en in 1982 erkend. Er wordt zorg geboden aan psychiatrische patiënten. Daarin onderscheiden deze afdelingen zich van gespecialiseerde psychiatrische ziekenhuizen of andere behandelinstellingen. Later zal een psychiater echter verklaren dat hun patiënt geen psychische patiënt is. Maar er is blijkbaar geen andere oplossing te vinden.
Voor ons betekent dit definitief dat er niet gerevalideerd zal worden. De psychiater had dat eigenlijk voor Pinksteren al zo ingeschat en heeft toen al verteld dat revalidatie niet mogelijk zou zijn. Door de beschadigingen in zowel het korte- als ook in het langetermijngeheugen zal dat niet helpen. Omdat er reeds diverse afspraken gemaakt zijn met doctoren en een neuroloog moet ik maar, om die afspraken na te komen, gaan bellen met een andere geneesheer. Dat blijkt de psychiater te zijn die ik al eerder trof aan het ziekbed. De andere dag trek ik dan maar aan de bel. Ik hoor dat mijn man vanaf zaterdagmorgen tot zondagavond naar huis kan. Meteen daarna dan ook vanaf maandagmorgen (30 april Koninginnedag) tot en met dinsdagavond. Dat wordt dus twee keer thuis slapen. De psychiater durft een langere tijd niet aan. De overplaatsing naar het paviljoen is een klein drama.
Reageren? Informatie? anskreb@ziggo.nl