De column van vrijdag 31 juli eindigde als volgt:
Omdat de dokter heeft geadviseerd om veel bezoek te laten komen, gaan we verschillende mensen benaderen. We vragen of zij in het ziekenhuis op bezoek willen komen, speciaal dan ook om met hem veel over het normale leven te praten.
Column 7 augustus 2020 uit het boek ROTZAKKEN, HOOFDSTUK 3
Er komen teken- en schilderleerlingen, vrienden en familie. De zieke kent echter niemand en weet geen enkele naam, hij herkent slechts een paar kleine aanknopingspunten.
Dan gaat hij ook nog tegen de radio praten. Vertelt hele verhalen en hij vraagt dan steeds aan dat apparaat: “Waar zijn de mensen die zo vaak op bezoek komen.” Hij vraagt of er contact met hem opgenomen kan worden. ‘Waarom reageren die mensen niet’? Volgens de verpleegkundigen is hij daar zeer verbaasd over.
Als dan een keer zijn familie op bezoek komt, is er eentje die steeds aan het woord is, HIJ dus. Er volgt een uur lang een stortvloed van woorden. Wij luisteren allemaal en proberen zo zinnig mogelijke antwoorden te geven. Als er dan een einde komt aan het bezoekuur vraagt hij vol overtuiging: “Wie was hier nou de hele tijd zo veel aan het praten?” “Wie was er nou de hele tijd aan het woord?” Hij kijkt een neef aan en vraagt: “Was jij dat?” Hilarisch, want juist die neef is de enige die helemaal niets gezegd heeft. Hij zat alleen maar stomverbaasd toe te kijken wat er allemaal gebeurde.
Tot half april blijven we zo in dezelfde fase doorsukkelen. Dat hij gedwongen vast moet liggen, zit hem enorm dwars. Opeens wordt besloten om hem alleen ’s nachts nog vast te binden. Verschillende nachten moet hij dan nog gebonden in bed liggen. Als het licht wordt (overdag), mag hij los. Omdat hij zelf het verschil in tijd niet weet, mogen na een paar dagen de gordijnen niet dicht. Zo kan hij zien wanneer het licht is. “Dan mogen de boeien er af” vertelt hij.
Na een aantal nachten hoeft hij ook ’s nachts niet meer vastgebonden te worden. Een van de nachten, toen hij niet meer vastgebonden lag, heeft hij blijkbaar zijn behoefte gewoon op zijn kamer gedaan. Het schijnt dat hij vond dat hij het zelf wel kon oplossen. Een eigenwijs persoon vraagt niet om hulp toch? Hij wil het zelf opruimen, gewoon met zijn handen. “Maar een man en een vrouw hebben dat voor mij gedaan” horen we later van hem.
In zo’n situatie wordt je weer met je neus op de feiten gedrukt. Ons al ruime respect voor verpleegkundigen groeit alleen maar verder.
En dan dat eeuwige eten! Hij kent geen enkele naam van wat hij krijgt. Kan absoluut niets uit elkaar houden. “Weet je wat ik vandaag gegeten heb? Metaal, papier, brood met warm brood en brood met papier er op.”
Lekker toch? Vierkante stokjes brood. Ja dat heeft hij gegeten en het was nog ontzettend lekker ook. “Zo lekker heb ik nog nooit gegeten. Vierkante stokjes brood heb ik gegeten en dat wil ik nog weleens meer eten.” We blijven navragen waarvan die vierkante stokjes brood gemaakt waren. “Nou gewoon brood, vierkante stokjes. Heel lekker. Hebben jullie die dan nog nooit gegeten?” We weten er geen raad mee, we komen er niet uit. Wat zou in ’s hemelnaam iets van vierkante stokjes brood kunnen zijn? “Ja, en dan gebakken!” Het blijft bij volhouden: ‘brood en dan gebakken.’
Nog nooit zoiets lekkers gegeten toch? En wij maar piekeren, we willen toch wel graag weten wat dat nu kan zijn. Juist omdat alles voor hem zo nieuw is, vinden wij dat wij zelf van een normale situatie moeten uitgaan. Maar wat zou het kunnen zijn? Waar vindt je vierkante stokjes brood. We vragen aan hem of hij dat voordat hij ziek werd ook weleens gegeten heeft. We vragen door: “Hoe zag het eruit? Was er nog iets anders bij?” Het blijft bij die vierkante stokjes. Het blijft bij brood. Hij blijft herhalen: “Gewoon wit, gewoon brood en dan gebakken.” Na veel gedoe komen we erachter, dat hij frites heeft gegeten. En we spreken af dat hij bij thuiskomst dat ook vaker te eten krijgt. ‘Zo lekker toch’.
Intussen zijn wij druk aan het proberen om hem terug te brengen in dat leven
Reageren? Informatie? anskreb@ziggo.nl
Hallo mein Freund! Ich möchte sagen, dass dieser Artikel großartig ist, schön geschrieben und fast alle wichtigen Infos enthält. Ich würde gerne mehr Beiträge wie diesen sehen. Joana Gerhardt Echikson
Danke