Vrijdagmiddag column 24 juli 2020

De column van vrijdag 17 juli eindigde als volgt:
Het afgedaalde rolluik kunnen we voldoende optillen om er onderdoor naar binnen te glippen. Groot geluk, het rolluik werkt weer prima. Wat zijn we toch vakvrouwen.

Column 24 juli 2020 uit het boek ROTZAKKEN, HOOFDSTUK 3

verjaardag
Mijn moeder is jarig, ze wordt 70 jaar. Om het kroonjaar te vieren heeft ze besloten om een zaal te huren, zo kan ze met de hele familie feestvieren. Het feest is wel in West-Brabant. Wij, haar kinderen en de partners, hebben een vrolijke avond verzorgd. De broers en zussen hebben een boekje gemaakt. Voordat de kunstenaar ziek werd is besloten welke liedjes we kunnen zingen en op welke wijsjes wij teksten zullen maken. Zowel de kinderen als ook de kleinkinderen gaan iets feestelijks op de planken zetten. Er worden diverse voordrachtjes voorbereid. Kortom het moet een gezellig feestje worden met een vrolijk tintje.
Al in februari is afgesproken dat ik de teksten zal schrijven en dat diegene die nu zo ernstig ziek is, er dan vervolgens iets moois van van maakt door tekeningen en afbeeldingen toe te voegen. Maar vanaf vijftien maart is alles teruggestuurd naar mijn zussen. Daar is alles verder afgewerkt.
En dan… we mogen helaas niet naar West-Brabant. We moeten wegens dreigend overlijdensgevaar bij Roermond in de buurt blijven. Het is intussen eind maart en dan nog steeds dat dreigende gevaar, dat intense risico. Het feest wordt zo’n 150 km verder gevierd. De afstand is volgens de behandelende medici te ver om te kunnen gaan. Dat kan dus echt niet. Maar uiteindelijk, na veel overleg met de artsen, veel gezeur mijnerzijds en tevens mijn overtuigende: “Ik ga toch,” krijgen mijn dochters en ik toestemming om wel een poosje te gaan. En dat wordt een heel geregel.

In 1990 liep nog niet iedereen, zoals nu, met een mobiele telefoon op zak. In de familie hadden we uitsluitend vaste telefoons. Tenslotte mogen we toch gaan. Er worden wel strenge voorwaarden gesteld:
a) We moeten eerst opgeven hoe laat wij heen gaan rijden; b) Er wordt gevraagd hoeveel kilometer we moeten rijden en hoeveel tijd dat kost; c) Hoe laat denken jullie daar dan aan te komen, hoe kunnen we jullie bereiken, op welk telefoonnummer zijn jullie dan bereikbaar? d) Tevens: hoe laat ga je daar dan weer vertrekken? e) Als laatste: hoe laat ongeveer zijn jullie thuis dan weer bereikbaar?
De ernst van de toestand waarin je dan zit, druipt er aan alle kanten vanaf. We hebben samen met de behandelende geneesheren alles vastgelegd. De tijden van autorijden, de afstanden en telefoonnummers voor bereikbaarheid. Bovendien de tijd waarop we ongeveer weer op ons eigen telefoonnummer bereikbaar zullen zijn. Super, als we bij de familie aankomen, blijkt dat er toch, ondanks de bedrukte sfeer, wel iets gezelligs te beleven is. De hele familie, moeder, broers, zussen, schoonfamilie, neven nichten, ooms en tantes, kortom iedereen doet zijn best om wat leuks te doen. Mijn dochters hebben wel erg veel moeite met het tijdstip waarop wij aan de terugreis moeten beginnen. Gelijk hebben ze, ’t is veel te vroeg om zo’n feest te verlaten, maar afspraak is afspraak. We moeten om halfelf in de auto zitten. Oei en jammer dan, juist dan wordt het meestal gezelliger op zo’n party. We praten wat na in de auto en zijn blij dat we toch de gelegenheid hadden om heen en weer te gaan. Ook al was het maar kort.

Achter de schermen:
Thuis is er ook nog. We hebben toch een leuk feest gehad. Mijn moeder is intussen 70 jaar. We hebben iedereen gesproken en hebben gelachen en gezongen. Ook viel er af en toe een traan. We komen dan omstreeks twaalf uur binnen in een leeg huis. Telefoon paraat en we gaan weer een nacht in. Nu terugkijkend: een feestelijke en welkome afwisseling was het echt wel.

alweer eerste hulp
Een dag later: het is intussen 31 maart. ’s Middags kom ik de ziekenkamer binnen. Het gezicht van mijn man zit helemaal onder het bloed. Er staan twee verpleegsters naast zijn bed. Ze vertellen me dat hij uit bed wilde komen en daardoor gevallen is. Zijn wenkbrauw ligt voor een gedeelte open. Er is snel een dokter bijgehaald. Eerst moeten er foto’s gemaakt worden. Dus hup, naar de röntgen. Alsof ik in de verpleging zit, duw ik het bed ‘met de patiënt er op’ door de gangen van het ziekenhuis. Voor mijn gevoel begint het een en ander opnieuw.
Gelukkig zien we dat er niets gebroken is. Dan gaan we vervolgens door naar de eerste hulp. Omdat het zaterdagmiddag is, werkt er weinig medisch personeel. Er komen twee hechtingen in de gescheurde wenkbrauw. Alles is dan opgelost en we gaan gewoon weer verder.

Reageren? Informatie? anskreb@ziggo.nl

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *